Ambitieus

Het einde van de blok en de toetsen is stilaan achter de rug, de langverwachte vakantie in zicht. Dat doet me denken aan een bericht dat weken geleden nogal wat ophef maakte. Vlaamse scholieren zouden opvallend minder ambitieus zijn in verband met hun schoolprestaties en schoolloopbaan. Dat harde verdict blijkt alvast uit een onderzoek van de OESO bij een half miljoen 15-jarigen uit 72 landen.
Het is toch wel even schrikken of op z’n minst verwonderd fronsen als je zo’n nieuws hoort. Tot je iets dieper in de materie duikt… Altijd aan te raden trouwens als specialisten met cijfers en statistieken goochelen en er hevige discussies pro en contra rond een oneliner rijzen. Uit dat onderzoek blijkt dat amper een derde van de Vlaamse leerlingen altijd de beste van de klas wil zijn, waarmee we het laagste percentage behalen van de onderzochte landen. Om die redenen krijgen onze kinderen het label ‘niet ambitieus’ opgeplakt. Een van de pijnpunten was dat, een houding die de goedkeuring van de betrokken onderwijsspecialisten niet kon meedragen.
Altijd de beste van de klas Altijd de beste van de klas willen zijn… je kan dat geweldige streven ook plaatsen in een sportcontext. Hoe fantastisch is het niet, samen met je voetbalploeg wekelijks te trainen, je in het zweet te werken en te groeien naar de topvorm toe. Of in je eentje baantjes trekken en tot in al je vezels voelen hoe je elke keer sterker wordt en sneller door het water glijdt, hoe je longen open gaan en je met krachtige slagen de eigen grenzen verlegt.
Dat het verdomd euforisch aanvoelt eindelijk de jarenlange nummer 1 te verslaan en samen met je maten fier de kampioensbeker te mogen ontvangen, zal niemand ontkennen. Alle remmen worden losgegooid, overwinningsliederen gebruld en selfies het net opgejaagd.
De stress wordt te zwaar, de interne competitie te hard Maar de druk om altijd de beste van de competitie te moeten zijn, dat wens je niemand toe. De trainer niet, maar ook de spelers niet. Niet die speelster die na haar blessure rustig aan moet opbouwen, niet die spits waarvan iedereen verwacht dat hij de bal maar tussen de netten moet trappen, ook hen niet die het eigenlijk niet leuk meer vinden. De vele trainingen beginnen te wegen. De stress wordt te zwaar, de interne competitie te hard. Zowel de resultaten als de weg ernaartoe vallen tegen. Je moet of wil je niet meten met die krachtpatser die in de baan naast jou zwemt.
Winnen is leuk, fouten maken en verliezen moet je leren
Tot hier het ommetje langs de sportwereld. We moeten onze scholieren niet voorspiegelen dat ze enkel succesvol, laat staan gelukkig kunnen zijn als ze altijd de beste van de klas zijn. Winnen is leuk, fouten maken en verliezen moet je leren. Het blijft belangrijk dat moeilijk realiseerbare doelen onze kinderen niet afschrikken maar uitdagen. Laten we daarom hun nieuwsgierigheid aanwakkeren en geen enkele vraag uit de weg gaan. Hen laten spelen en proeven, hun geest en zintuigen prikkelen, hun lieve hart en verstand, zodat ze kunnen woekeren met hun talenten en de wereld kunnen ontdekken, om die een stukje beter te maken zoniet op z’n minst te behoeden voor teloorgang. We moeten hun creativiteit en initiatief blijven stimuleren, zodat ze hun dromen durven realiseren en hiervoor ook de verantwoordelijkheid nemen.
Het helpt als je hen graag ziet
Wij van onze kant moeten onze lieverds beetje bij beetje leren loslaten, en dat is misschien nog het moeilijkste. De goedbedoelde controle uit handen geven, zodat ze de dingen op hun manier kunnen aanpakken, en hen ook een keer flink onderuit laten gaan. Zo leren ze hun eigen sterktes en zwaktes kennen. En misschien ook die van de jongen en het meisje naast hen in de klas, want samen bereik je zoveel meer.
Aan ons om onze kinderen al dat moois aan te leren, met vallen en opstaan. Ook aan de vele leerkrachten voor de klas. En misschien lukt dat het best door de eigen ambitie eens goed onder de loep te nemen en wat minder voor en een keer meer tussen de leerlingen te gaan staan. En het helpt als je hen graag ziet.